Rob Oosterlee – Voorzitter Dorpsraad Rozenburg
“Ik heb niet met een hamer gebouwd, maar wel met hart en ziel.”
“Rozenburg is van ons – en daar vechten we voor”

Rob Oosterlee, recent benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau en afscheidnemend voorzitter van de Dorpsraad van Rozenburg: “Vanaf dag één ben ik een Rozenburger. Officieel geboren in het Dijkzigt ziekenhuis, maar zodra ik thuiskwam, hoorde ik hier. En Rozenburg ís een eiland – niet alleen geografisch, maar ook in hoe we denken en voelen. Een dorp met een sterke eigen identiteit, gevormd door alles wat we hebben moeten inleveren, maar misschien nog wel meer door wat we met elkaar overeind hebben gehouden.
Vanaf de jaren ’60 zijn we veel kwijtgeraakt. Zoals De Beer, een uniek natuurgebied wat plaats moest maken voor de industrie. Onze agrarische achtergrond veranderde in beton, pijpleidingen en rookpluimen. Het samengaan van Rozenburg en Rotterdam in 2010 maakt nog altijd emoties los, het zit diep. Het is niet zomaar sentiment – het is iets wat ons echt is overkomen. En toch: het is niet alleen een verhaal van verlies. De industrie bracht ook werk, welvaart en een levendige dynamiek. Dat mag óók gezegd worden.
Trots, strijd en saamhorigheid
Wat mij misschien nog wel het meest trots maakt, is de manier waarop Rozenburgers zich blijven uitspreken. We zijn geen dorp dat passief toekijkt. Toen er plannen waren voor een distributiepark op de Landtong, zijn we massaal in beweging gekomen. En dat heeft effect gehad. We laten niet over ons heen lopen. Maar we voeren niet alleen actie, we voeren ook gesprek. En dat is minstens zo krachtig.
Het burengesprek is voor mij een belangrijk instrument. Geen verplicht nummertje, maar een echte kans op verbinding. Want we wonen hier niet alleen naast de industrie – we léven ermee. Dan moet je ook met elkaar in gesprek blijven. Weten wat er speelt, je zorgen kunnen delen, kritisch durven zijn. Maar ook luisteren naar elkaar, elkaars perspectieven proberen te begrijpen. Zonder dat wordt het wij tegen zij – en dat helpt niemand vooruit. Gelukkig zie ik dat steeds meer bedrijven dat ook inzien.
Als voorzitter van de dorpsraad heb ik dat altijd gestimuleerd. Zes jaar lang mocht ik dat doen, en dat was bijzonder. Officieel was ik een ‘technisch voorzitter’, maar zo werkt het hier niet. Rozenburg heeft iemand nodig die zichtbaar is, aanspreekbaar. Iemand die de stem van het dorp draagt. Soms trok ik een te grote broek aan, maar het was nodig. Omdat Rozenburg dat nodig had.
Met vertrouwen vooruit
Ik ben de zesde generatie Oosterlee op dit eiland. Mijn kinderen zijn de zevende. Wij zijn hier geworteld. En ik wil dat Rozenburg ook voor hen nog steeds een plek is waar je kunt wonen, werken en trots op kunt zijn. Natuurlijk maak ik me zorgen – over veiligheid, over duurzaamheid, over de toekomst van de industrie. Maar ik zie ook kansen. We hebben kennis, mensen, energie. We kunnen een voortrekkersrol spelen in de energietransitie. Maar dan moet er wel ruimte zijn. En lef.
De toekomst van Rozenburg hangt niet alleen af van beleid of van bedrijven. Die hangt af van hoe we met elkaar omgaan. Blijven praten, ook als het schuurt. Blijven luisteren, ook als het ongemakkelijk is. Want juist in de dialoog ontstaan begrip, vertrouwen en beweging. Of het nu om veiligheid gaat, om duurzaamheid of om leefbaarheid: echte oplossingen ontstaan nooit in stilte.
Ik kijk terug op mijn voorzitterschap met dankbaarheid. Niet alles ging perfect, maar ik heb het met volle overtuiging gedaan. En ik hoop dat mijn opvolger dat ook mag voelen: de trots, de liefde voor dit eiland, en het besef dat Rozenburg nooit af is – en dat dat maar goed ook is.”